Kenmerken interventure

Adventure verwijst naar het nieuwe, het onbekende, het op pad gaan zonder (precies) te weten waar je uitkomt. Daar zit dus een zeker mate van vrijheid in. Maar vrijblijvend is een interventure allerminst. Interventie maakt duidelijk dat het om een daadwerkelijke ingreep gaat. Je verandert iets in de bestaande situatie, of met een metafoor: je verlegt een steen in de rivier zodat deze anders gaat stromen.

Je ontwikkelt een idee, oplossing of werkwijze voor een actueel vraagstuk binnen de school en wel op zo’n manier dat het leidt tot een tastbaar resultaat dat iets in de bestaande praktijk verandert en dat wordt gewaardeerd door de betrokkenen.

Nog steeds te abstract? Een voorbeeld. Het bestuur van een school beslist dat docenten elke week twee bij collega’s kijken, na afloop samen uitwisselen wat ze bij elkaar hebben bespeurd in het leergedrag van de leerlingen, analyseren welke manieren van instrueren en begeleiden blijkbaar het meest bevorderend werken en de uitkomsten benutten om verbeterplannen te maken en uit te voeren. Deelname is verplicht voor iedereen. De groepen worden gecoacht door een extern bureau dat traint en begeleidt in reflecteren en in het geven en ontvangen van feedback.

Ook in het netwerk zelf gaan we ‘een steen verleggen’, kijken wat hiervan het effect is en hoe we hier allemaal van kunnen leren.